Voorbereiding

 Belgie

 Frankrijk

 Parijs

 Centre

 Bourgogne

 Beaune

 Saone

 Vogezen

 Maas


 Email

De Saone

Chalon sur Saone Het oponthoud in Chagny deed ons goed en we nemen de laatste 10 automatische sluizen naar beneden. Het laatste kanaalpand is door industrielozingen zo smerig dat ik weer even aan Charleroi moet denken.
Via de laatste sluis die een zeer groot verval heeft en een eigenaardige deelbare deurconstructie zijn we de kanalen uit en varen we nog wat onwennig de grote rivier op.

Onze Gm mag weer flink wat toeren maken en braakt het eerste kwartier van puur geluk enorme rookwolken uit tot de dempers weer zijn schoongebrand.
In Chalon sur Saone zoeken we een plaatsje maar er is alleen zo'n ellendige trappenkade en we moeten uitwijken naar een heuse jachthaven waar we een plaatsje vinden aan een prachtige steiger. jachthaven Chalon Behalve water en electra is hier nog een clubhuis en de winkels zijn op korte afstand. Hier moeten we voor het eerst sinds maanden havengeld betalen en niet zo zuinig ook! Hier kun je dus alvast wennen aan de tarieven die langs de Middellandse Zee gelden.
Na gesprekken met bootjesvolk dat daarvandaan komt en klaagt over de hitte, de mistral en de havenmaffia en gezien de tijd die we nodig hebben om naar huis te gaan besluiten we van hieruit de Saone op te varen naar het noorden.

Van de Saone naar huis.

Inmiddels is het al 3 augustus en onze reis verloopt volgens schema. Om weer thuis te komen moeten we nu eerst de Saone op, dan via een kanaal over de Vogezen naar de Moezel om vervolgens weer via een kanaal over de Ardennen op de Maas uit te komen die ons dan weer naar Nederland zal brengen. Ik heb daarvoor ruim een maand uitgetrokken want het zijn altijd nog zo'n 225 sluizen die we moeten nemen.
Na de stad Chalon sur Saone bekeken te hebben nemen we afscheid van de luxe jachthaven en stomen full speed de rivier op. Door de aanhoudende droogte is de waterstand erg laag en er is absoluut geen stroom. Hoewel de Saone bekend staat als een flinke rivier met veel stroming merken wij daar niets van omdat het waterpeil nu verontrustend laag staat. Chalon
Tot Auxonne is men bezig de rivier geschikt te maken voor duwvaart en er zijn enkele gigantische sluizen gebouwd waarbij de oude kleine sluisjes zijn opgeruimd. Er is echter weinig beroepsvaart en onder de schippers gaat het gerucht dat de regering af en toe een gesubsidieerd duwkonvooi laat varen voor de toeristen!
Bij de sluizen zien we hoog boven ons het hoogwatermerk, "PEN" genaamd. Bij die hoge waterstand moet alle vaart gestremd worden.Dat betekent dus dat het waterpeil dan wel een metertje of zes hoger moet zijn dan nu!

Nu is het echter uitkijken geblazen want de rivier zit vol met grindbanken waar nauwelijks 2 meter water boven staat. Wij moeten dan ook voortdurend onze snelheid aanpassen. Ik vaar nauwlettend op de kaartaanwijzingen want daar staan de banken en zandplaten goed op aangegeven. Het landschap is heuvelachtig en weids en doet hier en daar sterk denken aan de voormalige Biesbosch. Het is niet zo warm als in de kanalen omdat er al gauw een zuchtje wind tussen de heuvels waait.
Overigens hebben we inmiddels al geleerd met de extreme warmte om te gaan. Onze zonnetenten bewijzen goede diensten en oma's lakens zorgen voor extra schaduw langs de roef. We zorgen ervoor veel te drinken en ons niet overmatig in te spannen. Ons eerste glas wijn laat in de middag verdunnen we met wat water zoals de fransen hier zelf ook doen.

Schoon, schoner, .........

Auxonne Via mooie aanlegplaatsen als Verdun sur le Doubs, Seurre en de 'spitsenstad' St Jean de Losne varen we naar de oude vestingstad Auxonne waar de kleine spitsensluisjes weer beginnen. De stad is de moeite waard om even te blijven liggen.
De oude vesting is nog geheel intakt en de stad ademt een bijzonder sfeer.

Over het algemeen vinden we goede aanlegplaatsen, zelfs aan de beruchte trappenkades kunnen we nog een ligplaats inproviseren.
Bij vallend water zie je nog wel eens een huurboot op de trap hangen die door zijn geringe diepgang op een trede gedreven is. Wij liggen dieper, aan de voet van de trap en met een uithouder liggen we best.

We varen door een prachtige omgeving, afwisselend door de rivier of als die niet bevaarbaar is door een lateraal kanaal, naar Gray waar we net boven de sluis een mooi plekje vinden. de rivier de Saone Er is hier een huurbootstation en die "canelou's" met onervaren stuurlui zwermen van hieruit over de Saone, soms tot grote ergenis van een passerende spits. Het water van de rivier is zo schoon dat we onze ogen niet kunnen geloven. We blijven een paar dagen liggen op een grindbank aan de voet van het kasteel van Ray sur Saone. Je kunt hier echt thee zetten van het rivierwater en de duizenden kleine visjes nibbelen aan je huid wanneer je rustig voor een afkoelend bad in de rivier drijft. Een ongekende belevenis!

Het goed onderhouden kasteel boven op de berg bezoeken we natuurlijk hoewel dat bij de heersende temperaturen een zware opgave is. De bakker komt hier iedere morgen met een auto langs en we hangen net als de bewoners hier een tas met wat geld en een briefje aan een boom. De met verse stokbroden gevulde tas halen we later weer op.
De mensen zijn overal erg vriendelijk en nieuwsgierig waar je vandaan komt en geven je graag advies of wijzen de weg. We maken een praatje met een vrouwtje die ons laat zien hoe ze woont, zodat we een goede indruk krijgen van de bouwstijl van de huizen en de levenswijze van de mensen in dit kleine dorp.

Tunnels en sluizen

tunnel st albin Inmiddels hebben onze eerste tunnel gehad, bij Savoyeux. Hij was een kleine 700 meter lang en erg smal.
De sluiswachters regelen hier het verkeer met lichten en langzaam draaiend, schuiven we voorzichtig door de aardsdonkere tunnel. Heerlijk koel overigens zo in het hart van een berg.
We passeren nog enkele tunnels waarvan sommige nog voorzien zijn van een verbreding met rails voor het treintje dat vroeger de schepen trok of er loopt nog een oud jaagpad. Alleen de tunnel van St Albin gaf wat problemen omdat het licht voor ons op groen stond en wij de tunnel invarend werden geconfronteerd met een paar tegenliggende jachten, wat natuurlijk een beetje pijnlijk is. Maar verder gaven de tunnels geen problemen.

Vroeger werden de schepen langs de rivieren en kanalen altijd door paarden getrokken. We vinden in bochten nog wel resten van rolpalen en glij-ijzers waarlangs de jaaglijn werd geleid. De jaagpaden zijn overal nog in goede conditie en zijn geschikt voor het maken van fietstochten in de omgeving. sluisje Hoewel we menig sluisje zelf moeten draaien heeft men op de Saone al veel sluizen geautomatiseerd.
Een hele keten van deze sluizen, dat kunnen er wel 10 of meer achter elkaar zijn, wordt geleid via een centraal punt waar men precies kan zien of alles naar wens verloopt.
In geval van storing scheurt er dan ook onmiddelijk een wit renaultje met mobilofoon naar de defecte sluis om je verder te helpen.

Het passeren van zo'n sluis gaat als volgt. Langs de wal staat een radarpost die de sluis voor je klaarmaakt of je moet een aan een kabel boven water hangende slang een slag draaien om de sluis te laten bedienen. De deuren gaan open en tijdens de invaart moet je met je schip een uit de sluiswand stekende kromme stang indrukken zodat de computer weet dat je binnen bent.
Eenmaal afgemeerd trek je dan aan een stang en het schutproces loopt volledig automatisch. De deuren gaan weer open, je vaart uit en drukt dan met je schip weer een stang in waardoor de volgende sluis in de keten voor je wordt klaargemaakt zodat je eenmaal in de keten varend snel door alle sluizen heen bent.
Het systeem werkte bij ons overigens vrij goed en storingen werden zeer snel verholpen.

  Naar boven volgende